FREEDOM CLUB
THEATER ARSENAAL EN HET KWARTIER / MARIËN EN VON WINCKELMANNWie houdt er het meest van dieren?
Hij die ze verzorgt, aait, kamt?
Of hij die hun leefgebied probeert te redden?
In Freedom Club is een man op zoek naar impact. Terwijl hij de wereld probeert te redden, speelt hij zijn gezin kwijt. Te midden van rollercoasters, golfbaden en andere natuurrampen stellen we de vraag: wat moet je doen om gehoord te worden?
Met Freedom Club zetten regisseurs-auteurs Freek Mariën (winnaar Taalunie Toneelschrijfprijs 2015) en Carl von Winckelmann van Het Kwartier hun succesvolle samenwerking verder. Samen met acteur Joris Van den Brande maken ze een voorstelling over engagement en woede.
'Een pijnlijke maar pertinente voorstelling. (…) Veeleer gaat dit stuk over de tragiek van een vader die uit zorg voor de toekomst van zijn kind precies dat kind kwijtspeelt. Een verscheurend conflict dat Van den Brande, even blind als lucide, mooi vertolkt.' ****
duur +- 80 min tekstboekje De tekst werd uitgegeven bij De Nieuwe Toneelbibliotheek en is te koop aan € 12,50 via onthaal@theaterarsenaal.be.
andere locaties
in de pers
'Van den Brande speelt fantastisch en kruidt zijn spel subtiel met humor. Zijn brandstof is de heldere tekst van Freek Mariën. Hoe extremer het personage wordt, hoe feller de woorden en puntiger de zinnen worden. (…) Beklijvend theater en een stoutmoedig statement.'
'Een pijnlijke maar pertinente voorstelling. (…) Veeleer gaat dit stuk over de tragiek van een vader die uit zorg voor de toekomst van zijn kind precies dat kind kwijtspeelt. Een verscheurend conflict dat Van den Brande, even blind als lucide, mooi vertolkt.'
'Hoe red je de grote wereld? Ten koste van de relaties in de kleine wereld om je heen? Het is de psychische spagaat van de actieve mens in opstand die Freek Mariën in zijn nieuwe stuk krachtig verwoordt. (…) Mensen moeten dit stuk zien.'
‘De beelden en vragen die de tekst oproept zijn relevant en worden mooi passend ondersteund met rukwinden uit grote ventilators, die dankbare verkoeling brengen, maar het decor ook beetje bij beetje strippen en het achterlaten als een kale verdorde plek.’